KUSJENS.
Wilt gij weten, lieve Schone,
Zielvermeestrend als Dione!
Hoeveel kusjens ik verlang,
Als ik, van uw arm omstrengeld,
Door de zoetste min verengeld,
Hijgende aan uw boezem hang?
Tel dan (zo gij 't moogt) de zuchtjens
Van de zwoele lenteluchtjens,
Die hier, fladdrende of en aan,
Dartlen door de lindeblaân;
Tel het heir der bloesemknoppen,
Dat bij zefiers lentegroet
Van zijn zwachtels zich ontdoet,
Of de vruchtbre pareldroppen,
Die de blonde Aurore weent,
Als ze, omgord van al haar luister,
Na het scheemrend avondduister
't Aardrijk nieuwe kracht verleent;
Tel de zilverblanke vlokken,
Die de norse wintervorst
Bibbrende afschudt van zijn lokken,
Als hij 't veld met sneeuw omschorst;
Tel de starren die er glansen
Aan het onbewolkt azuur
Van de dichtbestrooide transen
In het zwijgend avonduur,
Of de golfjens, die er dansen
Op de kristallijnen vloed,
Die hier kabbelt aan mijn voet:
Even zoveel malse kusjens,
Gloeiend van de teerste lustjens
En bevrucht met ambrozijn,
Blijf ik van uw lipsatijn
En uw donzen rozenwangen,
Lieve! in zulk een stond verlangen.
1836.
---------------------------------------
Dione - mooie moeder van de godin Aphrodite
Zefier - (god van de) gunstige westenwind
Aurore - (godin van de) dageraad
Ambrozijn - godenspijs
Inzender: Redactie, 16 september 2014
Geplaatst in de categorie: liefde