inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1880

poëzie (nr. 2.500):

DE KABOUTERS.

't Lag 'ne man te slapen,
't hoofd op zijne vracht,
t'midden van een kerkhof
binst 'nen zomernacht;
door de donkere tronken
't lijzig windje zong,
en op de oude kerke
d'heldere mane schong.

Twaalve sloeg de klokke,
't ronkte en 't zong in 't rond,
en . . . . een aardig dingen
sprong van uit de grond.
Licht gelijk een pluimke,
rood van top tot teen,
't wipte als op een vere
't danste op zijn een been.

Nog een, nog een, 't krielt er,
lijk een mierennest,
wippende op de graven,
springende om ter best ;
't oud portaal gaat open,
licht stroomt uit de kerk,
de orgel speelt, ze dansen
houp! van zerk op zerk.

Duizelig wendt de walze,
wervelend woedt de drom,
en de slaper zag ze
dringend winken: kom!
Maar daar kraait een hane:
't dwerlend heir verdwijnt,
en ter Oosterkimme
't morgenrood verschijnt.

Gedichten (1909)

Schrijver: Albrecht Rodenbach
Inzender: Redactie, 11 november 2014


Geplaatst in de categorie: mystiek

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 574

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
11 november 2014
Email:
gabrielamommersyahoo.com
Heerlijk ritmisch lezen, mooi gedicht!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)