inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876-1931

poëzie (nr. 2.518):

DE VOGELAAR

Van de appels 't bloesemsnoer,
En langs de groene vloer
Der velden knoop en klit,
Goudgeel, zacht paars, en wit,

De mazen van de zon,
De draad, die 't lommer spon,
Dit is het blinkend net,
Dit is het blinkend net,
Hier heimlijk uitgezet.

Gij, die vervolgt en jaagt,
Loerend wat vlucht belaagt,
0 heilig-groot gevaar,
Gij zijt de vogelaar.

Maar meester, wie ben ik?
De bruine leeuwerik,
Die moe en vleugellam
Naar lente wederkwam,

En schichtig door het Licht
Van een hel aangezicht,
Verward in strik en band,
U tuimelt in de hand?

Het aardsche paradijs (1927)

Schrijver: Aart van der Leeuw
Inzender: Redactie, 2 december 2014


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 721

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)