Slapende botten
Ten halve afgewrocht,
ontvangen, niet geboren;
gevonden algeheel,
noch algeheel verloren,
zoo ligt er menig rijm
onvast in mij, en beidt
de aangename tijd
van volle uitspreekbaarheid.
Zo slaapt de botte in ‘t hout,
verdonkerd en verdoken;
geen blomme en is er ooit,
geen blad eruit gebroken;
maar blad en blomme en al
het ligt erin, en beidt
de dag, de dageraad...
de barensveerdigheid.
Inzender: Redactie, 3 januari 2015
Geplaatst in de categorie: literatuur