inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 2.555):

DE DICHTERS

Najaarszon op gele blaren
Doet hen nieuw en gulden blinken:
Zo zijn ook vervaalde woorden
Blinkend onder nieuwe zangtoon.
Maakt het uit waar dichters stonden,
Milton onder Puriteinen,
Vondel tussen roomse paters,
Als hun zang de taal weer heiligt
En hun toon geen mens kan halen.

In ons stijgt die sterke en klare
Stroom die niemand ooit kan dempen,
Die, door geen geweld te storen,
Onaantastbaar is voor wapens,
Die uw doen ook dan zal spieglen
Als gij weerloos en geslagen
Weerkeert tot uw daaglijks werken.
Al uw daadkracht, al uw glorie,
Kan die zuivre kracht niet konden.

Of gij uitzwermt over de aarde,
Of gij woedt en breekt en brijzelt,
Of gij al de mensenvolken
Stuwt door beddingen naar doelen
Die ge in uitzicht stelt voor eeuwen,
Altijd staan de stille dichters,
Eenzaam op vergeten pleinen,
Met hun voeten in uw bodem,
Met hun hoofden in uw hemel.

Zij verbeelders, gij de beelden
Die zich aan hun zang verbinden,
Waar zij de ene macht door uiten
Die gij nimmer kunt benaadren:
Maatval van gedachte en daden,
Harmonie van aarde en sferen,
Blijvend leven in de stralen
Die zich kruisen, die zich breken,
Bowen uw verdoemde wanheid.

HET ZWAARDJAAR (1916)

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Redactie, 17 januari 2015


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 403

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)