inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1834 - 1899

poëzie (nr. 2.619):

Maart. – Dondermaand

Blaast het maartse hels gewaai
Van de bomen ’t nest der kraai,
Nimmer laat de kraai de moed,
Maar herbouwt het nest met spoed.
Wakkert de gespelen aan,
Die elkander goed verstaan.
Moedig zijn is liefde en troost.

’t Haasje schuw verkeert in nood:
Overal, ai, loert de dood.
Jager, strop en snuffelhond
Drijven het zo aaklig rond...
Doch het haasje knap en rap,
Loopt totdat het hen ontsnapp’...
Rap zijn is, ja, levenswinst.

Door de sterbeglansde nacht,
Wem de melkweg weemlend lacht,
Vliegen wilde ganzen heen,
Als een zwerm, gesplitst in tweên;
Vluchtend ons moerassig land,
Zoeken zij een ander strand.
Waar de plicht dwingt, zoek, ge vindt.

Zie hoe ’t elzenboomke zacht
Ginds beschermt de groene gracht;
’t Spiegelt zich in ’t water...ziet
Naar het spichtig schuiflend riet...
Elzen-slingerkatjes ruw
Hangen neerwaarts droef en schuw ...
Waar gevoel is, daar is ziel.

Liederen voor groote en kleine kinderen (1879)

Schrijver: Emanuel Hiel
Inzender: Redactie, 18 maart 2015


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 396

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)