inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1814 - 1903

poëzie (nr. 2.670):

Meidag.

Nu draaide 't windje, met de zon,
Door 't oosten heen naar 't zuiden;
Dat is zo goed als 't wezen kon,
Voor boer en buitenluiden.
Het blaadje rolt zich uit de knop,
Het veld wordt groen, het zaad schiet op,
De nachtvorst zal 't niet plagen;
Wij krijgen warme dagen.

Wij hebben lang genoeg gezucht,
Als werden wij vergeten;
Daar komt op eens de zachte lucht....
Nu willen wij 't niet weten,
Maar menigeen heeft vaak gezegd:
Die kou is naar, dat weer is slecht!
Als moesten wij 't niet loven,
Als kwam het niet van Boven.

Nu staan wij daar beschaamd, niet waar?
Hoe zullen we ons verschonen?
De lucht is warm, de lente is daar,
Het groen komt zich vertonen.
Och, lieve Heer! zie gunstig neer!
Wij klagen nooit ons dagen meer;
Wij willen dankbaar leven;
Och Heer! wil ons vergeven!

Gedichten deel 2 (1906)

Schrijver: Nicolaas Beets
Inzender: Redactie, 11 mei 2015


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 1.684

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)