inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1898 - 1936

poëzie (nr. 2.674):

Novalis

Hij wist met kalme angst hoe alles moest
Leven: voortleven, zalig of verdoemd.
Niets wordt vernietigd, spoorloos verwoest;
Een geur, een toon die in de stilte zoemt,

Iets blijft - hoe ook verijld, versteend, verbloemd,
Leven moet alles tot in eeuwigheid.
Geen sluimring, geen min, geen dood verzoent
De kruistooht redeloos door ruimte en tijd.

De doden rusten niet, gezweept tot feesten
Waarin zij ijdel trachten te bezwijmen
Tot redding uit de onduldbare geheimen.

En ieder zwervling is omzwermd door geesten:
Nooit worden wij eenzaam en nooit met rust
Gelaten aan een beek, een graf, een kust.

Erts (1927)

Schrijver: Jan Jacob Slauerhoff
Inzender: Redactie, 30 mei 2015


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 1.992

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)