FEBRUARI-MORGEN IN 'T WOUD.
Wat macht'ge dromer en al-muzikant
En beelder heeft zijn tent weer opgeslagen
En weer betrokken na de winter-dagen?
Of sliep hij toen ook op het barre zand
En in 't nat loof, door koude onaangerand
Of vocht, hij, die het alles kon verdragen:
De koele hoogt', de felle wanhoops-vlagen
Der Onbetembre, haar zo nauw verwant?
En heeft hij haar bedwongen en verwonnen
Door macht'ge min en steigerende gloed,
Dat ons nu wachten harmonien-stromen,
Waarover lichte melodieën komen?
Of blijft het nog een worsteling, verwoed,
Wat nu ons dunkt een hoge vreê, begonnen?
12 Febr. 1910
Verzen (1920)
Schrijver: Hein BoekenInzender: Redactie, 2 februari 2016
Geplaatst in de categorie: jaargetijden