IK MISSE U
Aan enen afwezenden vriend
Ik misse u waar ik henenvaar
of waar ik henenkeer:
den morgenstond, de dagen rond
en de avonden nog meer!
Wanneer alleen ik tranen ween
't zij droevig het zij blij,
ik misse u, o ik misse u zo,
ik misse u neffens mij!
Zo mist, voorwaar, zijn wederpaar
geen veugelken in 't net;
zo mist geen kind, hoe teer bemind,
zijn' moeder noch zij het!
Nu zingt men wel en 't orgelspel
en misse ik niet, o neen,
maar uwen zang mist de orgelklank
en misse ik al met een.
Ik misse u als er leugen vals
wil monkelen* zo gij loecht,
wanneer gij zacht mij verzen bracht
of verzen mededroegt.
Ik misse u nog... waar hoeft u toch,
waar hoeft u niet gezeid...
Ach! 'k heb zo dikwijls heimelijk
God binnen u geleid!
Daar misse ik u, daar misse ik u
zo dikwijls, en, ik ween:
geen hope meer op wederkeer,
geen hope meer, o neen!
Geen hope, neen, geen hoop, hoe kleen,
die 't leven overschiet';
maar in den schoot der goede dood
en misse ik u toch niet?
vriend: Gezelles vertrekkende leerling Eugeen van Oye,
die onder andere als zanger bij het orgel optrad
op het seminarie (priesteropleiding) waar Gezelle les gaf
neffens - naast
monkelen - glimlachen
loecht - lachte
die 't leven overschiet' - blijft in het leven over(1859)
Inzender: Redactie, 25 april 2022
Geplaatst in de categorie: school