inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1765 - 1834

poëzie (nr. 2.911):

Verlangen naar eeuwigheid

Zink neer, o grens, die nog ons scheidt
Van ’t Eeuwige, met smart verbeid!
o Tijd, versnel uw gangen,
Rol weg uw dicht, uw breed gordijn,
En laat ons oog de zonneschijn
Der Eeuwigheid ontvangen!
Wij stappen met versnelde voet
Op 't licht af van een hoger gloed.
’t Gebrekkige, dat ons omgeeft,
Zo lang wij zijn aan 't stof verkleefd,
Werpt onze vlucht ter neder;
Vernietigde onze adelstam,
En fnuikt en maakt de werkkracht stram
Van de uitgespannen veder;
zweven op, maar zinken weer,
Als drukte een loden last ons neer.
Het spoor des tijds met sprong en val
Draait meest door laag en slijkrig dal,
Op ruwe oneven gronden;
Daar volgen, in de droeve loop,
De smart de vreugd, ’t verdriet de hoop,
En ’t naberouw de zonden;
Daar tasten driften, woest van doel,
In neevlen rond, met blind gewoel.
Als niets ons verder uitzicht gaf,
Dan ’t vroeg of laat ontsloten graf,
Waartoe dan ons ontwaken
Uit stof, dat stil, bewustloos sliep?
Wat wrede stem dan, die ons riep,
Om luttel vreugd te smaken,
Gekocht voor moeite en bange strijd,
Beklemd in eng begrip van tijd?
o Eeuwigheid! gij zijt de ree,
Zo lang gezocht op ’s levens zee,
In zo veel wilde baren!
Ontsteek uw baken op de kust!
Gods lichtend Woord doe ons gerust
En juichend binnen varen!
Weg klip, weg branding die ons scheidt:
Ons land van rust is de Eeuwigheid.

Schrijver: Cornelis Loots
Inzender: Redactie, 9 mei 2016


Geplaatst in de categorie: religie

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 312

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)