inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1880

poëzie (nr. 2.943):

Het Vlaams studentenvolk.

Hoerah! ’t Vlaams studentenvolk,
Laat ons zingen,
Wij, Vlaanderens hope, wij Vlaanderens kracht!
Vooruit! en sluit de Gildekringen,
Spijts ‘t wijze volk dat met ons lacht!
Hoerah! ’t Studentenvolk!

De Vlaming stond de Wale na te apen,
Vlaanderens verleden scheen een toverwolk;
Vlaanderen wierd de doodslaap te slapen
Maar dan ontwiek ’t studentenvolk.

Te midden van die jonge Vlaamse zonen
Stond dan een priester en hij sprak en zong
Zong ‘t lied van Vlaanderen in die oude tonen
Zong en zijn lied in d' herte drong.

En sedert dien de jongelingen gingen
t' Hoofd in de lucht ‘omdat ik Vlaming ben’.
Hoor hoe ze leven, hoor de reien zingen;
‘t Oud Vlaamse volk herleeft in hen.

Wij zijn de toekomst, laat ze dan maar greten,
Of spuigen vier, of kroppen hunne spijt;
Wij doen ons beste, willen kerels heten
En hebben dorst naar kamp en strijd.

Broeders, vooruit rondom de Vlaamse vane
Gilde bij gilde, en zingend hand in hand;
Luider dan ‘t kraaien van de Franse hane:
‘Voor God en kerke en ‘t Vlaamse land!’

Hoerah! ’t Vlaams studentenvolk!
Laat ons zingen,
Wij, Vlaanderens hope, wij Vlaanderens kracht!
Vooruit! en sluit de Gildekringen
Spijts ‘t wijze volk dat met ons lacht!
Hoerah! ’t Studentenvolk!

----------------------------------------------------
wierd - begon
een priester - verwijst naar de grote dichter Guido Gezelle
greten - schimpen

Gedichten (1909)

Schrijver: Albrecht Rodenbach
Inzender: Redactie, 18 juni 2016


Geplaatst in de categorie: woonoord

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 320

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)