inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876-1931

poëzie (nr. 2.954):

NA EEN ZOMERFEEST

Zij keren huiswaarts van het feest,
Hoor, buiten, hoe de stemmen zoemen;
Hun dag is Licht, is goed geweest,
Een dag, om zich, getooid met bloemen,
In blij gezang op te beroemen.

Zijn zij niet warm van dartle lust
In danspas door 't gewoel geschoven?
Wie werd niet op de mond gekust?
En is de vuurpijl, 't volk te boven,
Tot sterren niet uiteengestoven?

Vanmiddag heeft de zuivre zon
Zijn zoen op kruid en halm doen beven,
En toen de schemering begon,
Had schoonheid veld noch stroom begeven,
Doch is de nacht verknocht gebleven;

Zij zagen 't nauw, hun wuft genucht,
Van minder goud dan korenaren,
Weegt half zo zwaar niet als een vrucht,
Maar wordt van jonge, frisse blaren
Als krans gedragen in de haren.

Het aardsche paradijs (1927)

Schrijver: Aart van der Leeuw
Inzender: Redactie, 1 september 2016


Geplaatst in de categorie: feest

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 405

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)