inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809-1876

poëzie (nr. 5.224):

Van een oud-vrijertje

Jaapje, ben-je wel begoud,
Ben-je wel bezilverd, ventje?
’t Is maar jammer, ieder kent-je
Lang, voor 60 jaren oud!
’t Hoedje schijnt-je wel te staan,
Of ge woudt uit vrijen gaan.

Wou-je ’t weeuwtje van hier naast,
’t Olijk weeuwtje licht behagen?
Maar ze is veel te jonk van dagen,
Baasje, ’t is uw dochter haast!
Grijs en bruin, wáár dat ge ’t vindt,
Dat is zout en peper, Vrind!

Zet die krullen uit uw hoofd!-
Lang zijt gij voor wijs gehouen;
‘k Vrees,dat, zo ge weer gaat trouwen,
Elk u stapelgek gelooft:
En je weet, het oude mal
Is nog wel het ergst van al.

--------------------------------------
uit: Al de volksdichten (1865)

Schrijver: J.P. Heije
Inzender: Redactie, 29 januari 2024


Geplaatst in de categorie: tijd

3.0 met 24 stemmen aantal keer bekeken 3.586

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)