inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van W.L. Penning

1840 - 1922

poëzie (nr. 15):

Mijn Stille Dicht Nu en Voorheen

Gemoedsgetuig'nis af te leggen
Verbiedt mij 't onverzoend gemoed;
Wat mij zijn dicht-stem vóór komt zeggen,
Verga als ijd'le klank - eer 't and'ren luist'ren doet.

Mijn jeugd zei vaak haar verzen over,
Schreef ze op, maar deed haar schrift te niet;
Teloor gaan deed zij knop en lover
En bloesem uit de tuin van 't onbesnoeide lied.

Tien jaren lang dacht ze aan geen kansen
Op meegevoel, des dichters krans!...
Dicht mijner jeugd - hoe arm aan glansen,
Vast blij-gedurfd en fris-luid zeggen wou 'k u thans!...

Och arm, alsof ik baat zou vinden
Bij stem uit onbezorgd voorheen;
Wàt baat me? o immer meer beminde!
Wier dood me aan al uw leed blijft binden,
Wier nagedacht'nis vraagt - of weldoend lied of geen.

De Beweging jrg.6 (1910)

Schrijver: W.L. Penning
Inzender: Redactie, 17 oktober 2016


Geplaatst in de categorie: verdriet

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 231

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)