inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1878- 1929

poëzie (nr. 3.130):

Ik hoor de nacht die nader-zijgt

Ik hoor de nacht die nader-zijgt, –
en beider zwijgen...
Ik voel uw hoofd naar mij geneigd,
– zal ’t míjne neigen?

Uw aangezicht is vreemdlijk stil
in ’t schemer-leven...
Ik zie het laatste dag-geril
in de avond-dreven.

– Is dit een einde of een begin?...
Uw handen glanzen;
uw blik is als violen in
verslenste kransen...

– – Ach, is ons lijf voor ééuwig moe,
en onze zinnen?...
Míj faalt de kracht, te zeggen hoe
’k u durf beminnen.

Het Vaderhuis (1896 - 1903)

Schrijver: Karel van de Woestijne
Inzender: Redactie, 25 maart 2017


Geplaatst in de categorie: liefde

5.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 406

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)