inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1808 - 1875

poëzie (nr. 3.231):

Aan de Vrijheid.

Zie neer uit uw heilige tempel daarboven;
O Gij die de hulde der Grieken ontving,
Wie Rome in haar heerlijke kindsheid mocht loven,
Die lang aan de spits harer dapperen ging!
Zie, lieflijke Vrijheid, zie neder op aard,
Mijn volk is de roem van zijn voorgeslacht waard.

Laat zich met uw mantel de snode bedekken,
Die dood en verwoesting haar zusteren heet;
Wij zien, trots de mom, haar afzichtige trekken,
De dolk en de toorts in haar handen gereed.
Zie, lieflijke Vrijheid! zie neder op aard,
Oud-Holland heeft vlekloos uw outer bewaard.

Gij waart met ons erf in der vaderen dagen,
En 't zwaard werd gezwaaid tot het land was bevrijd;
Gij schraagdet hun schoudren om lasten te dragen,
Almachtig en goed, als God wil dat ge zijt!
Zie, lieflijke Vrijheid! zie neder op aard,
Wij staan als weleer om uw outer geschaard!

Die droom' dat uw voet op de kronen zou treden,
Hier hebt gij de vorstlijke zetel gevest
Voor wie wij de heerser der Fransen bestreden,
Ten strijde nu snellen uit ieder gewest.
Zie, lieflijke Vrijheid! zie neder op aard!
Vorst Willem vertrouwt op het Hollandsche zwaard!

Zeg het aan hen die uw zalen betreden,
De schimmen der vaadren vereend in uw rijk,
Vervuld zijn hun wensen - verhoord hun gebeden,
Het kroost is aan de oudren in deugden gelijk.
Het erf dat ze ons lieten, hoe vredig en klein,
Is nog als de parel, zo zuiver en rein!

Schrijver: E.J. Potgieter
Inzender: Redactie, 6 september 2017


Geplaatst in de categorie: vrijheid

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 363

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)