inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Jan van Nijlen

1884 - 1965

poëzie (nr. 18):

De schepen

Ik hoor vanavond verre schepen fluiten
En, even hopend, schoon ik niets verwacht,
Druk ik mijn hoofd tegen de kille ruiten
En zie de haven in de blauwe nacht.

Vertrouwd geluid, ik hoorde u reeds als kind,
Soms midden in de nacht, maar meestal tegen
De avond bij het opgaan van de wind,
Als moeder zei: 'wij krijgen zeker regen'.

Toen dacht ik reeds aan dezen die vertrekken
Ver van het huis en het misprezen land,
De begenadigden, de zachte gekken
Die zullen zoeken naar een vaderland.

En in mijn dromen voer ik met hen mee.
Ofschoon geboren in een buurt der haven,
Bereikte ik nooit de oever van de zee,
Laat staan Tananarive of Tamatave.

Het kind dat aan zijn lot nooit gans kon wennen
En door de droom nog voortleeft in de man,
Weet nu dat een klein stukje heide en dennen
Alles bevat wat de aarde geven kan.

Maar soms, al ben ik bitter en gehard
Door 't leven, overstroomt een niet te stuiten
Vloed van verlangens mijn onwillig hart
Als in de nacht de verre schepen fluiten.

Schrijver: Jan van Nijlen
Inzender: Redactie, 22 oktober 2017


Geplaatst in de categorie: emoties

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 928

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Jeroen van Rijen
Datum:
24 november 2021
Op mijn gymmasium in de jaren 60 van de vorige eeuw, moesten we bij Nederlands om beurten een gedicht naar eigen keuze declameren. Als 13-jarige koos ik voor dit gedicht. Geen idee hoe en waarom. Nu, bijna 60 jaar later, herlees ik het en het gevoel daarbij is alleen maar intenser.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)