inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Jopie Breemer

1875 - 1957

poëzie (nr. 3):

Liefdesverklaring

Hoe schoon zijn uwe voeten
Wat zijn uw schoenen duur
Wanneer mag ‘k u ontmoeten?
Mijn liefde is zeer puur.

Gij zijt niet overbodig
Gij hebt zelfs voor uw neus
Niet eens een zakdoek nodig
Zo schoon is deze, heus.

Uw oren met z’n beiden
Staan aan de buitenkant
Die kunnen mij verleiden
Te vragen om uw hand.

Gij hebt een braaf karakter
Gij kookt bijzonder goed
Geen in den lande bakt er
Een koek die zo erg voedt!

Want na een heel klein brokje
Ter grootte van een knop
(Zeg nu maar niet: `dat jok je’)
Dan kan ik niets meer op.

Uw kleren staan u keurig
Al zijt ge nog zo bleek
Des zondags zijt gij geurig
En soms zelfs in de week!

Nu wild’ ik U vertellen
Mijn liefde, o zo groot
En uw gekamde haren
Bemin ik tot de dood.

Stap mee met mij in ’t bootje
In ’t bootje van de min
Dan krijgt g’ een botervlootje!
Of hebt ge soms geen zin?

Ik ben niet rijk te noemen,
Toch heb ik ietwat geld
Ik durf er niet op roemen
Want ‘k heb het pas geteld.

We kunnen er van leven
Wel veertien dagen lang
En dan… al sta ‘k te beven
Ik ben volstrekt niet bang.

Ik zal mijn best doen Dame,
Dat gij er komen kunt,
Ook zonder U te schame’
Of dat ’t U erg verdunt.

Wilt gij mijn hand aanvaardde’
Stuur dan een briefkaart hier
Ik wacht dus af, mijn waarde
Gegroet, ook van mijn lier!

De ontboezemingsbundel

Schrijver: Jopie Breemer
Inzender: Redactie, 26 oktober 2017


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 941

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)