inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 3.269):

Voorbereiding

Hun harten voelden zij als boeken
in Gods geduchte hand gelegd,
en wisten dat Hij al hun slecht
gedrag gerecht zou onderzoeken.

Zij lazen bang en hunkrend mee,
en zagen wat zijn vingers wezen.
Was er niets goeds? Hun schaamte en vrezen
groeiden tot een verschroeiend wee.

God had de boeken dichtgedaan,
en zou het grote vonnis spreken.
Toen dorst hun stem de stilte breken:
O Here Jezus, neem ons aan!

En ’t bonzend hart, dat ze in zich vonden,
was vlekkeloos en zonder zonden.

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: Redactie, 24 november 2017


Geplaatst in de categorie: religie

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 374

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
24 november 2017
Wauh!, wat een wijs en troostvol gedicht van deze ware dichter, die hiermee de homofilie meesterlijk verdedigt! (-)

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)