inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1878- 1929

poëzie (nr. 3.340):

Wij zullen blijde zijn

Wij zullen blíjde zijn... De bomen blozen
van vruchten. En ons hoofd is schoon als duizend rozen,
nu we overvloedig zijn van zwenkend zomer-bloed...
o God, God, ik en kende U niet, en was verlóren;
maar nu ge Uw adem door mijn adem deinen doet,
is Uw gedaante menig-voud in mijn herboren,
'lijk, beken-veel door 't barstend lente-land, een vloed.

- Ik ben geheel; ik wéet U; en mijn dromen
zijn gaanderijen voor Uw stem. En heel mijn lijf
is 't duizel-ruisend huis en eindloos-wijd verblijf
waar Uwe zomerheên als vaarten vreugd door stromen.
Want thans is zomer zwaar der daden van Uw Daad,
en 'k voel, ik die gelúkkig ben, hoe door de bomen
bremstig Uw godd'lijk sap naar bast en blaêren slaat.

Het vader-huis (1903)

Schrijver: Karel van de Woestijne
Inzender: Redactie, 31 januari 2018


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 405

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)