inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1881

poëzie (nr. 75):

Deinè Theos* (sonnet CVI)

Met weekblauwe ogen zag de oneindigheid
Des hemels naar de donzen rozenglans,
Waar Zij in daagde: een breed-gewiekte krans
Van zielen had zich onder haar gereid.

Een geur van zomer-bloesems begeleidt
De zang der zonnen - duiven - die heur trans
Doorglóren in eerbied'ge rondedans
Om Haar, wier glimlach sferen groept en scheidt;

'Schoonheid, o, Gij, Wier naam geheiligd zij,
Uw wil geschiede; kóme Uw heerschappij;
Naast U aanbidde de aard' geen andre god !

Wie eenmaal U aanschouwt, leefde genoeg:
Zo hem de dood in deze stond* versloeg....
Wat nood? Hij heeft genoten 't hoogst genot!'



----------------------------------------------
* Deinè Theos - Geduchte Godin
* deze stond - dit tijdstip

Sonnetten

Schrijver: Jacques Perk
Inzender: JN, 6 april 2002


Geplaatst in de categorie: liefde

2.0 met 30 stemmen aantal keer bekeken 2.442

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)