inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1898 - 1936

poëzie (nr. 3.409):

Landelijke liefde III

Het regende in de avond, zacht en tergend.
Overgebleven bloesems bezwijmden.
Wij gingen samen, verlangens verbergend
Nog niet beleden, niet meer geheim,

Los van elkander, toch gedurig
Toenaadring zoekend - uit de wijde
Onzekerheid ontstond geen vurige
Plotslinge ontroering die ons bevrijdde;

Ingenomen bij 't gaan in de nevel
Door een vege betovering
Die onvervuld bleef en overging
In een verzwegen, verbeten wrevel.

't Was of angstwekkend snel en schril
Liefde in onze zielen dorde.
Zij nam haastig afscheid, dacht: ‘Ik wil
Liever nog niet gelukkig worden.’

Nu is het te laat, waarom toen niet door
Onverhoeds aanrakende monden
En armen om bevende schouders gewonden
't Geluk ontbonden, nu voorgoed teloor?

Saturnus (1930)

Schrijver: Jan Jacob Slauerhoff
Inzender: Redactie, 7 mei 2018


Geplaatst in de categorie: ex-liefde

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 467

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
8 mei 2018
De jonge Jan was vooral smoorverliefd op de domineesdochter Heleen Hille Ris Lambers, wat helaas niet beantwoord werd en waardoor hij zijn poëziedrift is begonnen. Dit gedicht geeft die afwijzing van Heleen dan ook perfect weer. Hoever hij ook naar compensatie zocht, diep in zijn ziel bleef hij vasthouden aan zijn liefde voor Heleen. Dat hiaat heeft hem tot literaire hoogstanden gedreven. Dat pijnlijke hiaat van niet wederkerige, vurige passie, wat hij zozeer wenste!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)