inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876-1931

poëzie (nr. 95):

Kinderland

Diep zit ik in vroeger te wroeten
Bij sterren en zonneschijn;
Hoe zal ik mijzelf weer ontmoeten
Als kindje en gelukkig zijn?

Herinnering kan mij niet leiden,
Geen peinzen dat schift of scheidt;
De ziel dier versluierde tijden
Is louter doorzichtigheid.

Doch soms, bij een simpel gebeuren –
In d’ochtend een haan die kraait,
Of even een vleugje van geuren
Dat over een bloemperk waait, -

Wordt plots mij de wereld als rozen,
Ikzelf tot een droppel dauw,
Die niets is dan spiegel voor het blozen
Van bloeikleur, zonlicht en blauw.

Maar nauw’ kent mijn denken de mare:
‘Ik ben in mijn kinderland’
Of wild wil hij grijpen en garen,
En ’t glipt door mijn vingers als zand.

Dan ga ik weer zoekende wroeten
In mijnen van ruimte en tijd;
Ik vrees dat van ’t eindlijk begroeten
Dier reinheid de dóód mij scheidt.

Schrijver: Aart van der Leeuw
Inzender: K.K., 18 juni 2002


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.0 met 28 stemmen aantal keer bekeken 3.590

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)