Geuze-Vesper of Ziekentroost voor de Vierenentwintig*
Had hij Holland dan gedragen,
Onder 't hart,
Tot zijn afgeleefde dagen,
Met veel smart,
Om 't meinedig zwaard te laven,
Met zijn bloed,
En te mesten kraai en raven
Op zijn goed ?
Maar waarom de hals gekorven ?
Want zijn bloed
Was in d' aders schier verstorven;
In zijn goed
Vond men nooit de pistoletten
Van 't verraad,
Uitgestrooid om scharp te wetten
's Volleks haat.
Gierigheid en wreedheid beide,
Die het zwaard
Grimmig rukten uit der scheide,
Nu bedaard,
Zuchten: Wat kan ons vernoegen
Goed en bloed?
Och, hoe knaagt een eeuwig wroegen
Ons gemoed!
Weest tevreen, haalt Predikanten,
West en Oost:
Gaat en zoekt bij Dordtse santen*
Heil en troost:
't Is vergeefs, de Heer koomt kloppen
Met zijn Woord.
Niemant kan de wellen stoppen
Van die Moord.
Besluit
Spiegelt, spiegelt u dan echter,
Wie gij zijt:
Vreest de worm, die deze rechter
't Hart afbijt.
Schendt uw handen aan geen vaders,
Dol van haat.
Scheldt geen vromen voor verraders
Van de Staat.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- - -
* Vierentwintig - de vierentwintig rechters die Oldebarnevelt ter dood veroordeelden
* santen - 'heiligen': de predikanten van de Synode van Dordtrecht
Inzender: G.K., 23 aug. 2002
Geplaatst in de categorie: politiek