inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1757 - 1786

poëzie (nr. 110):

Het keurslijf

Zij , die tot vrouwelijke pracht
het keurslijf eerst heeft uitgedacht
was wis een rimplig wijf van driemaal dertig jaren
wier grommigheid der lieve jeugd
't genot ontzei der zoete vreugd
omdat haar 't zoet genot was met de jeugd ontvaren.

Had dan de deugd geen machts genoeg,
dat ze een vermeetle hand verjoeg,
die met een dartle drift een boezem dorst genaken?
Moest dan een mislijk samenstel
van walvisbeen, met wreed geknel,
de maagdelijke borst zo strengelijk bewaken?

Natuur! men handelt u tot hoon.
Gij schept vergeefs uw toovrend schoon.
Gij kunt de grilligheid der mode niet behagen.
Ach! mocht zij die dees dwaze pracht
te zinneloos heeft uitgeacht,
tot straffe in Pluto's hof een gloeiend harnas dragen!

Schrijver: Jacobus Bellamy
Inzender: F.M., 28 augustus 2002


Geplaatst in de categorie: vrouwen

4.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 2.790

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)