inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1835-1894

poëzie (nr. 4.508):

Wij zaten met ons vieren

Wij zaten met ons vieren
In de tuin van de sociëteit.
'Kijk, jongens!' riep Sand, 'wat passeert daar
Een eeuwig knappe meid.'

'Ja,' zei Kaai, 'dat's een pracht van een meisje!
Zo zijn er geen twaalf in 't land.'
'Ik hoor,' zuchtte Haas*, 'ze is in stilte
Geëngageerd met een luitenant.'

'Wat mankeert je, Paal*?' riep Sand weer,
'Je wordt zo bleek als de dood!
Neem wat dubbelgebeide!' - 'Neen, Dundas!'
Schreeuwde Haas, 'breng gauw een glas rood!'

Wel dronk ik, om Haas te pleizieren,
Het rood uit, - ook smaakte 't wel goed, -
Maar op geen van mijn beide wangen
Herriep het de rozengloed.

Sinds ik weet, dat een luitenant in stilte
Mag bluffen op háár bezit,
Zien mijn vroeggeknakte wangen
Onherroepelijk marmerwit.

--------------------------------
Immortellen (LXXII)

Haas - bijnaam van Haverschmidt in zijn studententijd
Paal - bijnaam van Piet Paaltjens, hier als romantische afsplitsing naast Haas neergezet

Schrijver: Piet Paaltjens
Inzender: Redactie, 23 januari 2022


Geplaatst in de categorie: ex-liefde

3.0 met 25 stemmen aantal keer bekeken 5.969

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)