inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1596-1687

poëzie (nr. 122):

WACHT WAT

Is mij een vodderij gevallen uit de pen,
(Weet, lezer, dat ik al mijn vodden daar voor ken)
Ik sluit ze van mij af en laat ze liggen rotten:
Lang, lang na haar geboort onthaal ik ze de motten,
En val der met de keur van een vers oog op aan.
Gevalt mij 't kind dan nog zo 't eertijds heeft gedaan,
zo houd ik 't voor zo schoon als ik er een kan baren,
En breng het in de Werld. Daar hoort een tijd van jaren
Om d'eerste blinde Min die de geboorte gaf
Haar ogen t' openen met alle vliezen af.
Wij moeten ons elk, en niet eer, zijn eigen rechter wezen.

Schrijver: Constantijn Huygens
Inzender: BvV, 29 september 2002


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.0 met 32 stemmen aantal keer bekeken 2.749

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Kenner
Datum:
10 maart 2006
Email:
Wat de heer Le Clerq zegt, daar ben ik het volkomen mee oneens.
Hij moet nog maar eens goed in de geschiedenisboeken duiken en beter zijn huiswerk doen.
Naam:
Bram le Clercq
Datum:
30 september 2002
Email:
clqzeelandnet.nl
Een mooi voorbeeld van Huygens' opschepperige bescheidenheid.
En van zijn onbedwingbare lust om van bijna niks iets heel gewichtigs te maken:
een eenvoudige gedachte die, elegant opgemaakt, bijdraagt aan de pose die hij nastreeft:
de wijze, de ervarene, de bescheidene, de virtuoze.
Hij heeft een paar dingen geschreven die interessanter zijn dan dit vijfminutenversje.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)