Jouw zenuwen, spieren, pezen, botten, knurven
Jouw zenuwen, spieren, pezen, botten, knurven
Trilden, waar vals uit de afgrond van 't verdriet
Waanzin de half gewilde val bespiedt,
Maar ik, ik greep je stevig bij je lurven;
'K zei: 'Wat? Zou je niet kunnen? Of - niet durven?
Schaam jij je dan voor Plato's gletschers niet?
Vooruit! Ik maak tot straatweg van graniet
De draad!' En grac'lijk gleed je over de curven.
Jou gaf, als 't scheen dat duizeling je neertrok,
Ik een oneind'ge reeks als balanceerstok,
E, pi, Maclaurin of 't binomium:
Niagara, onder schomm'lende vlonder,
Stortte de wereldloop zijn eeuw'ge donder -
Jou gaf, Blondin, ik 't aequilibrium.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- -
Sonnet XV in de cyclus 'In de Hoogte'
Brahman I, p. 121(1919)
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: JM, 26 februari 2003
Geplaatst in de categorie: individu