inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 208):

Met 't vlossig deksel was de wind aan 't spelen

Met 't vlossig deksel was de wind aan 't spelen;
En nu de weefsels losgeplozen zijn,
Wijs ik je met mijn stok van zonneschijn
Dwars door de ring van drijvende kastelen,

Hoe 't vasteland ligt als een open schrijn,
Vol blauw gefonkel van gletscherjuwelen,
Behoedzaam vastgelegd in groen-fluwelen
Kussens met stralig zilverfiligrein.

Ja, straks begrijp je, zelf in duisternis,
Niet meer, wat onder en wat boven is,
En twijfel je in wiss'lende kontemplatie,

Of soms de Melkweg is een rodelbaan,
En of je in sneeuw'ge nevelvlek ziet staan,
Beneden, ver, een blauwe konstellatie.

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- -
Sonnet XXVI in de cyclus 'In de Hoogte'

Brahman I, p. 132(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: JM, 28 maart 2003


Geplaatst in de categorie: individu

3.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 914

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)