inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 215):

Ik hoorde en zag. Zelf kon ik niets dan zwijgen

Ik hoorde en zag. Zelf kon ik niets dan zwijgen.
Iets stuurde mijn schommelend evenwicht.
Kwam ik uit 't donker? Kwam ik uit het licht?
Was 't zakken van mijn denken? Was het stijgen?

Lang weet ik, dat mijn wereld is mijn eigen
Prachtig paleis, door 't eeuwig Zelf gesticht:
Kort weet 'k, dat er een schat begraven ligt,
Zoals in sprookjes Zondagskind'ren krijgen.

En dalen zal ik naar mijn hoogste Zelf,
Tot waar het Brahman weeft in stil gewelf
Zijn vizionaire werelddraperieën;

En mijn getakte Melkweg - 'k zie, hij zweert,
Twee vingers naar de oneindigheid gekeerd,
Dat 'k Hem zal eren met Zìjn fantazieën.


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- -
Sonnet XXVII (laatste) in de cyclus 'In de Hoogte'

Brahman deel I, pag. 133(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: JM, 31 maart 2003


Geplaatst in de categorie: individu

3.0 met 17 stemmen aantal keer bekeken 1.356

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)