inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 212):

De laan in, uit westlijke wolkensluis

De laan in, uit westlijke wolkensluis,
Stuwt-op ’t oranje licht; ’t gewelf van toppen
Lijkt, vastgeklonken met fel kop’ren knoppen,
Geelgroene naad van zacht hellende buis.

Ik freewheel over licht; langwerp’ge droppen
Trillen op ’t stuur; en ’k luister naar ’t geruis
Achter me in ’t dorre blad, en naar ’t gedruis
Bij sprong of droog geknap van beukendoppen.

Tot streep smelt saam ’t versneld metaalgetikkel.
Hard gonst de nobel-koele wind. Op ’t nikkel
Schittert een dubbelster, oranjerood

Aan ’t einde van de laan, om me op te vangen,
Staat, groot, de zon. Voort vlieg ’k, in vreemd verlangen
naar iets — onzegbaar, tijdloos: liefde-en-dood.

Brahman, deel I, p. 136(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: J.M., 6 april 2003


Geplaatst in de categorie: tijd

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 1.399

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)