’T WORDT T’ SAMEN GROOT.
De letters die men placht te snijden in de linden,
En zijn van eerste aan niet in het hout te vinden;
Maar kom je naderhand omtrent de groene bast,
Zo blijkt’et dat het schrift gedurig groter wast*.
Het kind, indien het ziet eens anders kwade streken,
Ontvangt in zijn gemoed de gronden van gebreken.
Wat kwaad is, kankert in; gij, leid dan in de jeugd,
Geen vonken tot de lust, maar sporen tot de deugd.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
* wast - groeit, toeneemt
Inzender: DvP, 7 mei 2003
Geplaatst in de categorie: moraal