Soms kan op 't berglandschap de zon niet schijnen
Soms kan op 't berglandschap de zon niet schijnen,
Dat kleine ding, zoek onder wolk-ruïnen;
Dan 's morgens staat, bij donder van lawinen,
'T kosmisch sonnet van kleuren en van lijnen:
Grens tussen blauwe, onwereldse kwatrijnen,
Hangt smal een wolkenstreep, geel als lupinen;
Omhoog, omlaag wijzen, aardse terzinen,
Sneeuwtoppen rood, en glooiend groen van pijnen.
Soms denk ik dat, wat in mij verzen maakt,
Een klein en machtloos ding is, zoek geraakt
In puin van eerst hoog drijvende gedachten:
Onzichtbaar centrum, rijst het en doorlicht
'T hoogwelvend Godsbesef. Wolkenloos ligt
'T nu vredig leven. Roze toppen wachten.
Brahman, deel I, p. 177(1919)
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: JM, 21 mei 2003
Geplaatst in de categorie: literatuur