inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1896-1928

poëzie (nr. 3.569):

Music-Hall 4

O, m'n Music-Hall wieg m'op uw geluiden,
Dat ik weer eens de ware wereld buiten
Treed; dat ik weer eens wone
In illuzie's hogere regionen.

Dommel nu m'n eenzaam wezen heen
In de ziel die één, hier alleen
Kan leven; door haar éénheid
De kompleetste innigheid.

Dobber, dommel, deint
In die éénheid, ziele mijn,
Flikker, schitter, schijnt
Als 'n kinolampe, zieleschijn.

Kinofilm, jij zijt 't levensimbool.
M'n leven draait in snelle farandool
Als jij. M'n leven is 'n mozaiek
Van schuld en boete, van liefde en haat,
Van lijden en verblijden, van latent zijn en van strijden,
Van hoop en wanhoop, van eerbied en van smaad.
Van m'n leven blijft steeds mij 't dierbaarst 't Verleden
Boven al, en slechts leef ik het Heden,
Opdat het later weer mooi zou wezen,
Wanneer het ligt in Verleden's zachte schijn.
Daar liggen de enkele vrienden,
Die ik lang geleden lief had, en ook
Daar zijn de meisjes. Allen blijf ik welgezind
Door m'n Verleden heen, want allen lijken me nu goed.

O, enkel, enkel is voor mij vertroosting
Wanneer 'k kan leven in herinnering
En breken door m'n kleine levenskring
Tot des Verleden's maangesching.
Enkel nu en dan weet ik hoop
En jij, kino, sterkt me voor 'n korte stonde
In die hoop, zachte illuziestonde.

Music-Hall(1915)

Schrijver: Paul van Ostaijen
Inzender: Ewald, 19 maart 2019


Geplaatst in de categorie: film

3.0 met 14 stemmen aantal keer bekeken 2.950

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)