inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876-1931

poëzie (nr. 315):

DE BOUWMEESTER

Zomerse bloei van fier gekruind planten,
Zozeeer heb ik uw gratie liefgehad,
Dat ik met U, het aan uw vorm verwante,
De straat en 't plein versierd heb van mijn stad.

In 't fries der tempels zocht ik u te benaadren
Wat van Uw volheid woekerde in mijn droom,
Het kapiteel kroonden acanthusblaadren,
De zuil rees statig opwaarts als een boom.

Nu lig ik laag, Uw wortels mij omwinden,
Mijn bloed verandert, het ontkiemt, ontspruit;
Nog staat het lot mij toe, o mijn beminden,
Dat ik mij innig in een bloesem uit.

Het aardse paradijs (1927)

Schrijver: Aart van der Leeuw
Inzender: Redactie, 6 september 2003


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 1.953

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)