inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 4.477):

'S AVONDS ZIE 'K DE STERREN GEREN

's Avonds zie 'k de sterren geren,
die daar zitten, hoge en fijn,
als ik, moe van ‘t lastig weren
onder 's arbeids leed en pijn,
ene oogslag naar omhoge
buiten 's werelds enden sla,
en mij eens de hemel toge
nog, aleer ik slapen ga.

Al de lieden rusten neerstig:
hier en daar nog een die tiert,
en de blijdschap van het geerstig
hommelsap te late viert.
Duister is ‘t alom en dovig,
niet en zegt mij de aarde meer:
nu is ‘t dat ik mij gelovig
opwaarts naar de hemel keer.

Vaart mij wel dan, slaapt in vrede,
g' hebt mij lang genoeg geplaagd,
wereld, met uw' lastigheden:
neen, ge ‘n zult, eer ‘t morgen daagt,
mij geen banden meer doen dragen;
vrij eens wilt het herte mijn
rijdend op de hemelwagen,
rustend in de sterren zijn!

-----------------------------
Tijdkrans (1893)

weren - mij inspannen
enden - grenzen
neerstig - vol overgave
geerstig - van gerst
hommelsap - sap van hop = bier
dovig - kleurloos
banden - verplichting
hemelwagen - heelal

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: Redactie, 19 december 2021


Geplaatst in de categorie: vrijheid

3.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 3.834

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)