inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1746 - 1803

poëzie (nr. 383):

De naarstigheid

Des morgens lang te slapen,
Te geeuwen en te gapen,
Staat lelijk voor een kind.
Die altoos veel moet snappen
En zotte taal wil klappen,
Ziet zelden zich bemind.

Zou ik mijn tijd besteden
Aan duizend nietigheden?

'k Heb daar geen voordeel van.
Mijn lessen wil ik leren,
Mijn meesters zal ik eren,
Dan word ik haast een man*.

* Meisjes zouden in plaats van deze regel kunnen zeggen:

'Zoveel als ik maar kan'.

Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen [1779]

Schrijver: Hieronymus van Alphen
Inzender: T.P., 3 januari 2004


Geplaatst in de categorie: kinderen

2.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 4.456

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)