inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809-1876

poëzie (nr. 497):

Al te vroeg

De zon scheen koestrend op het kruid,
De Lente was gekomen,
En alle knopjes liepen uit,
Als waar'* er niets te schromen;
Ze dachten, dat de Wintervorst
Bij zonneschijn niet keren dorst.*

Maar toen de zon ter ruste lag,
Toen kwam met sneeuw beladen,
De winter eenklaps voor de dag,
En knakte steng* en bladen;
En al de bloempjes wit en rood
Die waren 's morgens ziek of dood.

Het leed woont meestal naast de vreugd,
De kou naast lentedagen;
En wie het spoedigst zich verheugt,
Moet vaak het langste klagen;
Vertrouw dus, als ik bidden mag,
Vertrouw geen eerste lentedag.

* waar = was
* dorst = durfde
* steng = stengels

Al de kinderliederen(1861)

Schrijver: J.P. Heije
Inzender: BJ, 1 augustus 2004


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 3.776

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)