inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1896 - 1933

poëzie (nr. 543):

Blarenlied

Wij, dorre en dode blaren,
Wij komen stil gevloon*
En vlechten door uw haren
Een goud- en bronzen kroon.

Daar, waar wij ritselend vielen,
En strooiden herfst-gewaad,
Daar sterft iets in uw zielen...
Gij, die er over gaat.

Wij leggen in uw ogen
Traan van weemoedigheid;
'De zomer was een leugen';
Zo zucht ge, wijl ge schreit.

Neen, sterveling, in uw klagen,
Treurt ge om ons dor geblaart*
Ge denkt aan zonnedagen,
Die gij vergeten waart.

Gij weent omdat wij zingen
Op droeve mijmertoon,
Van half-vergane dingen,
Te vroeg gestorven schoon.

Wij suizen in de hagen,
Wij fluisteren 't voor uw voet.
Wij komen ritselend klagen,
Dat àlles sterven moet.


..........................

gevloon: gevloden
geblaart: gebladerte

maart-april(1936)

Schrijver: Alice Nahon
Inzender: adm, 13 oktober 2004


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 17 stemmen aantal keer bekeken 2.437

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)