inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1870 - 1943

poëzie (nr. 582):

Nacht

Vind ik u eindlijk, broeder Nacht?
Hoe heb ik dag en nacht gesmacht
Naar 't water uwer ogen.
Wel viel de dauw der donkerheid,
Maar neevlen dicht en kimmewijd
Hielden uw blik betogen.

Nu aan de open hemel staat
De vaste rust van uw gelaat
Zo sterrestil gerezen -
Tot grauwe dag de vooglen wekt
En met zijn floers uw glans betrekt,
Zullen wij samen wezen.

In uwe zilvren spiegel zag
Ziel vaak de jonge blanke lach
Van ongestild verlangen
Naar wat de dag niet geven kon -
Uw sterren en uw bleke zon
Koelden haar hete wangen.

Nog altijd draagt zij geen sieraad
Dat in uw ademtocht beslaat:
Zij komt tot u getogen
Zo naakt als toen zij alles dierf,
En de éne schat die zij verwierf,
Zijn haar verheerlijkte ogen.

Mijn broeder die mij nooit bedroog,
Wij zien elkander oog in oog -
De ziel herkent van verre,
Voorgoed in haar bezit gerust,
Gelukkig en gelukbewust,
Haar ogen in uw sterren!

Vergeten liedjes(1909)

Schrijver: P.C. Boutens
Inzender: Jacob W.L.Looij, 7 december 2004


Geplaatst in de categorie: erotiek

4.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 2.256

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)