inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 607):

ARM HUISGEZIN

Onder ‘t duister dak gedoken,
strooi en vodden altegaar,
heel onttodderd*, half gebroken,
staat des werkmans woonstee daar.

‘t Kaafgat*, omme- en scheefgetrokken,
vallen gaat; en daar, deureen,
liggen afgerolde brokken
bruingebrand al, gruis en steen.

‘t Dak beneden, deur de wanden,
glazenloos, van latte en leem,
zie ‘k getelde turven branden,
doods, in ‘t deerlijk huisgeheem.

Open ligt het, aller ogen;
‘t waait erdeure en ‘t sneeuwt erin;
‘s zomers zal me' er hitte in dogen,
‘s winters koude. - Arm huisgezin!

--------------------------------------------------
onttodderd - ontbonden
kaafgat - het bovenste van de kave = schouw, haard

Rijmsnoer (1897)

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: P.S., 4 januari 2005


Geplaatst in de categorie: maatschappij

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 2.307

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)