inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1868 - 1922

poëzie (nr. 695):

Maanlicht

Mijn kamer, waar ik argeloos
Daar straks kwam binnen lopen,
Verlangende alleen te zijn,
Waar ik mij veilig dacht,
Was mij door 't felle manelicht
Ontvreemd, dat door het open-
geslagen venster binnenkwam
Uit klare zomernacht.

O, dat gewetenloze licht!
Dat rustig lag te slapen
Op 't koele bed, waar ik zo graag
Mijn hoofd verbergen ging,
En dat mijn lieve kamer in
Een lichtgrot had herschapen,
Waar ieder ding mij vreemd en koud
En zwijgende ontving.

Schrijver: Jacqueline van der Waals
Inzender: V.H., 18 juni 2005


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 3.156

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)