inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1689-1733

poëzie (nr. 721):

HERDENKING

De westenwind blies zacht; de zwoele zomer bukte
Met zijn gebloosd gelaat de blijde wereld toe;
Het woud was lang verlost van 's grijze winters roe;
Toen ik met Rozemond de tere kruidjes drukte:
Niet met de voet alleen, aan wie dit slechts gelukte,
't Gebloemt spreidde ons een bed. Och, mijn gedachten, hoe!
Och, hoe was in die nacht mijn brandig hart te moe!
Dat sprong van blijdschap op terwijl zij nederhukte.

Wij kenden haat noch nijd noch spijt noch wrevelheid:
't Scheen in Saturnus' eeuw; doch met dit onderscheid:
Dat in de gulden tijd de Min geen minnaars plaagde
Met toorts en boog en schicht: en dat, naar mijn onthoud,
D' oranje Auroor in 't oost voor ons veel vroeger daagde
Dan ze oudtijds was gewend in d' eeuw van klinkklaar goud.

--------------------------------------------------------
* kruidjes - (kruiden)plantjes
* brandig - warm, hartstochtelijk
* Auroor - (godin van de) dageraad

Schrijver: Hubert Poot
Inzender: JM, 17 juli 2005


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 3.645

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
josiene van eijsden
Datum:
26 oktober 2006
Verrassend modern.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)