Gelijk het gonzend bliksemen
Gelijk het gonzend bliksemen van motoren,
waaraan een mensen-wil zich-zelve riemt,
het ondoorgrondlijk- ijle wil doorboren
tot waar de blik van Gods oog doorpriemt;
neen, gelijk licht in licht : gelijk een kaarse
zo karig, dat de zonne haar doorvreet
van 't vroege groenen tot het late paarsen
maar die haar kleinheid onverdoofbaar weet;
neen, gelijk karpers die ter dikste drabben
wat leven gapen, tot de Dood ze treft
die dan eerst, door de peerlemoeren schabben
hun blonde buik naar 't waaiend lichten heft;
maar neen, maar neen ; 'lijk aarde en 'lijk metalen,
verdicht bij dringen en zuigen van 't heelal,
worden verholen en ongenaakbaar stralen
vergaderd in éen traan van kristal;
neen, dood stuk vlees, vervloeid in logge beken
of weeldrig bloeiend in een wormen feest;
neen, slechts dat vlees, dat vlees en arm leken,*
en 't lage beest dat danst op 't hoge beest;
neen, neen, o God (ik weet niet hoe te zeggen;
ik weet niet, God, ik weet niet, maar ik zeg :
God);
gelijk de...
gelijk...
...
----------------------------------------------
leken: verleden tijd van 'lijken' hier: kadavers
verzameld werk 2
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: adm, 27 augustus 2005
Geplaatst in de categorie: emoties