Hannibal
Daar op de ruwe kant der Alpen, als een slang
in pijnlijk zwoegen opwaarts kronklend, wild omstoven
door sneeuwjacht, klimt langs steile rotsen, diepe kloven
het heir* van Hannibal reeds uren, uren lang.
En ijslijk wordt de kamp en eindloos schijnt het sloven
en wroeten. Wanhoop grijpt hen aan. Wijl rang aan rang
bezwijken, huilt de wind de sombre dodenzang,
en 't oproer zwelt en 't leger staakt de tocht naar boven.
Vol spijt aanschouwt de held die laffe muiterij,
die 't reuzenwerk vernielt, zo na bij 't doel gekomen.
Hij spreekt! Wat diepe toon van sombre razernij!
De ontgloeide scharen rukken de bergen over, stromen
Itaalje in. Haar strijdzang dreunt als 't stormgetij...
Ginds, aan de Tiber, beeft het nooit verwonnen Rome.
---------------------------------------------------
heir - leger
Inzender: P.T., 26 september 2005
Geplaatst in de categorie: oorlog