inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1878- 1929

poëzie (nr. 761):

God

Ik zeg niet: "Ik"; ik zeg aldoor maar: "Gij".
Waarom en wilt ge u niet in mij begrijpen ?
Ik, druif die in de zonne hangt te rijpen.
De zonne blind, waarin ik dij.

Van u bezeten, God, als van een vrouw bezeten.
En eeuwig leeg, o Vrouw, o God, van uw bezit.

o God, ge zijt in mijn verleden geweest
gelijk een vrouw op oud en gouden feest
Wees thans een meisje dat mij lachend leidt,
mij, blinde, door de rinse lente-tijd.

Gij spreekt van God, mijn vriend, heel vroom en stil
als van een dode. - o Luid van God te spreken !

'k Leef in me zelf gewenteld als een rups.
o Geest van God die huivert over mij !

o God, o God, ik ben vandaag me-zelf geweest,
en tevens waardig u in 't oog te kijken.

Schrijver: Karel van de Woestijne
Inzender: adm, 27 september 2005


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 2.806

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
kavita
Datum:
28 september 2005
Email:
miss_hinduhotmail.com
Het kan een ieder mens overkomen en ik vind het een heel leuk gedicht en ik sta er ook voor.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)