inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1755 - 1812

poëzie (nr. 814):

De liefde

Waarom moet een meisje blozen
Als zij 't woordje liefde hoort?
Waarom moet zij kunstig veinzen
Als de liefde haar bekoort?

Is de liefde dan onedel?
Is ze een grove, lage drift,
Die de grote mens vernedert?
Voor de wijsheid tegengift?

Waarlijk hij, die dit kan wanen,
Kende nooit haar reine kracht,
't Is de wellust die hij offers
In haar heilge name bracht.

Zuivre, ware, trouwe liefde,
Is een rijke gaaf van God;
Die de mens verheft, veradelt,
Meer geschikt maakt voor zijn lot.

Zij ontwikkelt edle krachten,
Die nog sluimerden in 't hart;
Maakt hem minder eigenzoekend,
Minder in zijn drift verward.

't IJdel, kort genot der zinnen
Is haar oorsprong, noch haar doel;
't Zijn de zielen die beminnen;
Stoflijk spreekt dit zielsgevoel.

Gezangen der Liefde (1794)

Schrijver: Elisabeth Maria Post
Inzender: JM, 27 december 2005


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 3.231

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)