Uit mistig grijze morgenstrepen
Uit mistig grijze morgenstrepen,
Een onbewogen meer gelijk,
Verschijnen vormeloze repen:
't Zijn bomen op een hoge dijk.
Nu 't lichter wordt, zie ik iets blinken
Als sikkels, opgaande uit de mist;
En klokjes hoor ik droomrig klinken:
De herder met zijn koeien is 't.
En meer en meer komt 't groen der weiden
Te voorschijn uit de morgendamp;
't Zijn bloemen, die mijn oog verblijden,
Geel als een stralend helle lamp.
Reeds flonkren hoog de popeltoppen
En lager 't groen der beukenheg;
De dauwdrop vonkt aan windeknoppen,
De morgenwind waait nevels weg.
Gezegend licht, uit nacht gestegen,
Zo vriendlijk lacht uw oog mij aan;
Ik sta op 't kruispunt van veel wegen -
O, zeg mij welke kant te gaan!
Gedichten (1910)
Schrijver: Jacob Winkler PrinsInzender: Redactie, 19 september 2023
Geplaatst in de categorie: natuur