inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1649 - 1712

poëzie (nr. 3.940):

De Morgenstond

ô Welkom, schone Dageraad,
Die uit een gulden kamer gaat,
Met glans van held're stralen;
'k Ontsluit mijn venster voor uw licht,
Om met een vrolijk aangezicht
U minnelijk in te halen.
Gij wacht niet als ik open doe,
Maar dringt ten eerste mild'lijk toe;
Ja, eer ik kom t'ontsluiten,
En nog in 't nare duister zij,
Zo staat en wacht gij al na mij,
Voor toegeloken ruiten.
Zo ook de Meester, die u riep
En tot een licht der wereld schiep,
Die grote Zon der Zonnen,
Schijnt met een glans van eeuwig goed
Voor 't venster van het toe gemoed,
Met opdoen was 't gewonnen.
Stofwormpje onder 't dak van stro,
In 't leeme huis, hoe zijt gij zo?
Het is een Heer der Heren,
Die voor uw arme hutje staat
En uwe kleinheid niet versmaadt,
Om zich tot u te keren.
Laat in, laat in de waarde Gast,
Opdat uw heil voorspoedig wast,
Hij komt met grote zegen,
En brengt een blijde boodschap mee,
Een eeuwig wel, voor eeuwig wee,
Daar leit u aan gelegen.

Jan Luyken - Een bloemlezing uit zijn gedichten

Schrijver: Jan Luyken
Inzender: RedActie, 17 juni 2020


Geplaatst in de categorie: taal

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 4.265

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
hnm barten
Datum:
6 februari 2023
ik heb een schilderij met dit gedicht morgenstond jan luyken

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)